ASV biedt significante klinische voordelen*
Vergeleken met andere vormen van PAP-therapie biedt ASV significante voordelen voor de behandeling van centraal slaapgerelateerde slaapstoornissen* – waaronder verbetering van de AHI, vermindering van apneus en verlichting van de slaperigheid overdag.
Voor wie is ASV-therapie* geschikt?
Alle patiënten met linkerventrikel ejectiefractie (LVEF)>45% komen in aanmerking voor ASV1,2,3,4.
We kunnen bevestigen dat het waargenomen sterftecijfer in de SERVE-HF Studie voorkomt bij patiënten met LVEF ≤45% en dat de schadelijke effecten van ASV correleren met bestaande LV systolische beperking.5
Verminderde LVEF moet worden uitgesloten voordat ASV1 wordt gestart.
Voor het starten met ASV is het belangrijk zeker te stellen dat LVEF minder dan 45% is.
Voor dit doel wordt echocardiografie aanbevolen.
De experts1,2,3,4 en gezondheidsautoriteiten zijn het erover eens dat patiënten met een LVEF>45%, in aanmerking blijven komen voor ASV als er een klinische reden voor is. ASV is mogelijk in deze verschillende situaties1,2,3,4:
– Hartfalen met behouden ejectiefractie
– CSA geassocieerd met langdurige therapie met opiaten zonder alveolaire hypoventilatie
– Idiopatische CSA of Cheyne-Stokes-Ademhaling
– Complexe/opkomende/resistente CSA
– CSA na een ischemische beroerte
Sinds mei 2015 zijn de Franse en Duitse gezondheidsautoriteiten overeengekomen de contra-indicatie voor hartfalen met verminderde EF≤45%4 te beperken.
Ontdek meer over het ResMed-apparaat voor ASV-therapie: AirCurve 10 CS PaceWave.
ASV is beter dan CPAP voor het beheersen van ademhalingsproblemen bij patiënten met CompSA
In een analyse-met-de-bedoeling-te-behandelen, werd succes (Apneu-Hypopneu-Index [AHI] < 10) na 90 dagen therapie behaald bij 89,7% van de patiënten behandeld met ASV, tegenover 64,5% van de patiënten behandeld met CPAP6.
[N = 66, prospectief, gerandomiseerd onderzoek]
ASV vermindert slaperigheid na APAP-therapie bij patiënten met gemengde slaapapneu
Na 30 dagen APAP-behandeling, biedt ASV een verdere vermindering (vergeleken met de basislijn) van 12,9% op de AHI, 48,5% op de centraal slaapapneu-index (CSAI), 26,1% op de MAI (Micro-Arousal Index), en 37,9% op de ESS (Epworth Sleepiness Scale) bij een gelijke gemiddelde druk7.
[N = 42, sequentieel onderzoek]
ASV is beter dan Bi-level ST in het verminderen van ademhalingsproblemen bij CSA dat door opiaten veroorzaakt wordt
Bij door opiaten veroorzaakte CSA, vermindert ASV-therapie de AHI met 84,7%, de CAI (Centraal Apneu-Index) met 95,7%, de AI (Apneu-Index) met 96,4% en de RAI (Respiratory Arousal Index) met 77,1% vergeleken met Bi-level ST. De ademhalingsparameters werden genormaliseerd bij 83,3% van de patiënten die behandeld werden met ASVAuto, maar slechts 33,3% van de patiënten met Bi-level ST.8
[N = 18, prospectieve, gerandomiseerde, polysomnografisch kruisonderzoek]
ASV verbetert de AHI en ESS bij patiënten met een post-acute ischemische beroerte
ASV-therapie verbeterde de resultaten bij patiënten met een post-acute ischemische beroerte en CSA, verminderde de AHI met 81,8% en de ESS met 35,6%9.
[N = 15, retrospectieve analyse met enkelvoudig centrum]
ASV verbetert het hart-minuut-volume en de prognose bij hartfalen met behouden ejectiefractie*
Prospectieve, gerandomiseerde, observationele onderzoeken naar hartfalen (al gepresenteerd en worden binnenkort gepubliceerd) suggereren dat ASV gunstig kan zijn voor patiënten met hartfalen met behouden ejectiefractie en bij patiënten met CSA, die ook Obstructief Slaapapneu hebben10. Op dit moment is er geen bewijs dat deze patiënten enig risico lopen op schade door ASV-therapie.
Klinische onderzoeken ASV
ASV-video’s: bekijk de experts aan het woord over ASV-therapie
(Videos in het Engels)
Hoe behandelt u uw patiënten met centrale slaapapneu?
Ontdek hoe de Adaptieve Servo-Ventilatie (ASV)* oplossing van ResMed harmonie, veiligheid en comfort bevordert.
Meer over behandelingsopties
Behandelingsopties voor CSA
Het kan een uitdaging zijn om patiënten met Centrale Slaapapneu te behandelen. Lees meer over CSA-behandelingsopties.
Behandelingsopties voor OSA
ResMed helpt u uw patiënt te begeleiden naar de beste en geschikte OSA-behandelingsopties die beschikbaar zijn. Deze omvatten CPAP, PAP, APAP, Bi-level-therapie en MRA-therapie.
Referenties:
* ASV-therapie is gecontra-indiceerd bij patiënten met chronisch symptomatisch hartfalen (NYHA 2-4) met verminderde linkerventrikelejectiefractie (LVEF ≤ 45%) en matige tot ernstige overheersende centrale slaapapneu.
- d’Ortho et al. European Respiratory & Pulmonary Diseases, 2016;2(1):Epub ahead of print. http://doi.org/10.17925/ERPD.2016.02.01.1.
- Priou P & al. Adaptive servo-ventilation: How does it fit into the treatment of central sleep apnoea syndrome? Expert opinions. Revue des Maladies Respiratoires, 2015 Dec, 32(10):1072-81.
- Aurora RN & al. Updated Adaptive Servo-Ventilation Recommendations for the 2012 AASM Guideline: “The Treatment of Central Sleep Apnea Syndromes in Adults: Practice Parameters with an Evidence-Based Literature Review and Meta-Analyses”. Journal of Clinical Sleep Medicine, 2016 May 15, 12(5):757-61.
- Randerath W et al. ERJ Express. Published on December 5, 2016 as doi: 10.1183/13993003.00959-2016.
- AirCurve 10 CS PaceWave clinical manual July 2015.
- Morgenthaler et al. The Complex Sleep Apnea Resolution Study, Sleep, Vol. 37, No. 5, 2014.
- Su et al. Adaptive pressure support servoventilation: a novel treatment for residual sleepiness associated with central sleep apnea events, Sleep Breath, 2011;15:695-699.
- Cao et al. A Novel Adaptive Servoventilation (ASVAuto) for the Treatment of Central Sleep Apnea Associated with Chronic Use of Opioids, Journal of Clinical Sleep Medicine, Vol. 10, No. 8, 2014.
- Brill et al. Adaptive servo-ventilation as treatment of persistent central sleep apnea in post-acute ischemic stroke patients, Sleep Medicine 15, 2014;1309-1313.
- Bitter T et al. Eur Respir J 2010; 36: 385–392 06 Yoshihisa et al. European Journal of Heart Failure doi:10.1093/eurjhf/hfs197